België beleeft in 2024 een absoluut topjaar voor toerisme. Nog nooit eerder telde ons zuiderbuurland zóveel overnachtingen. Nederlanders trekken er massaal naartoe, net als toeristen uit Frankrijk en Duitsland. Ook het binnenlands toerisme boomt als nooit tevoren.
Volgens de Belgische media is het aantal hotelovernachtingen in eigen land nog nooit zo hoog geweest. Vooral steden als Brugge, Gent en Antwerpen profiteren volop, maar ook de Ardennen en de Belgische kust zitten ramvol.
Nederland blijft in de tussentijd niet stilstaan, maar haalt lang niet dezelfde groeicijfers. Met een verwachte 51 miljoen verblijfsgasten in 2024 groeit het toerisme hier met zo’n 3 procent ten opzichte van vorig jaar. Dat is stabiel, maar weinig spectaculair.
België pakt voorsprong
Waar België records breekt, zit Nederland op de rem. Steden als Amsterdam worden juist gedempt in hun toeristische groei, deels door spreidingsbeleid en strengere regels. In totaal komen naar verwachting 21 miljoen buitenlandse gasten naar ons land – een magere stijging van 3,6 procent.
Opvallend: het zijn juist de Belgen die Nederland weer weten te vinden. Zij vormen samen met Duitsers nog steeds de belangrijkste groep buitenlandse bezoekers, maar in aantallen blijven we achter bij onze zuiderburen.
Geld stroomt binnen
In harde euro’s scoort Nederland nog steeds goed. In 2023 leverde toerisme hier 65 miljard euro op, waarvan 34,5 miljard dankzij buitenlandse gasten. Maar als België dit groeitempo vasthoudt, kan het in economisch opzicht snel dichterbij kruipen.
België trekt sprintje
België pakt de koppositie met overnachtingsrecords en ongekende drukte in toeristische hotspots. Nederland kiest voor spreiding en balans, maar mist daardoor mogelijk de economische klapper.
