In een tijd van landbouwtransitie, ruimtedruk en veranderende toeristische behoeften biedt agrotoerisme een verrassend veelzijdig antwoord. Deze vorm van recreatie op en rondom het boerenbedrijf is niet alleen authentiek en duurzaam, maar ook economisch relevant. Meer nog: agrotoerisme groeit uit tot een essentieel onderdeel van een toekomstgerichte vrijetijdseconomie in Nederland.
Boerderijbeleving in opmars
Van slapen in een hooiberg tot een rondleiding door de wijngaard, van boerenmarkten tot plukdagen: agrotoerisme is in opmars. Bezoekers zoeken rust, ruimte en echtheid, en die vinden ze op het platteland. Tegelijkertijd zoeken boeren naar nieuwe verdienmodellen die passen bij een veranderende agrarische sector. Agrotoerisme slaat die brug, en wel op een manier die past binnen bredere maatschappelijke ambities zoals spreiding van toerisme, verduurzaming en leefbaarheid.
Koppelkansen met impact
In het recent gepubliceerde position paper van het Interprovinciaal Overleg (IPO) wordt agrotoerisme expliciet genoemd als veelbelovend verdienmodel binnen het buitengebied. De twaalf provincies zien agrotoerisme als kans om:
• de leefbaarheid van het platteland te versterken,
• toerisme te spreiden over tijd en ruimte,
• de verbinding tussen boer en burger te herstellen,
• en een nieuwe economische impuls te geven aan landelijke gebieden.
Door agrotoerisme slim te koppelen aan natuurbeheer, erfgoed, streekproducten en mobiliteit ontstaan sterke concepten met regionale meerwaarde. Het verrijkt niet alleen het recreatief aanbod, maar draagt ook bij aan behoud van landschap, biodiversiteit en cultuurhistorie.
Wat vraagt het van beleid en praktijk?
Hoewel agrotoerisme groeit, blijft het vaak hangen in de pioniersfase. Boeren stuiten op complexe regelgeving, gebrekkige financieringsmogelijkheden en beperkte ondersteuning. Juist nu is het nodig om als overheden, brancheorganisaties en marktpartijen samen te werken aan:
• eenvoudige en toegankelijke vergunningsprocedures,
• gerichte subsidies en fondsen voor ontwikkeling en innovatie,
• kennisdeling via platforms en praktijknetwerken,
• en gebiedsgericht beleid waarin agrotoerisme structureel wordt meegenomen.
Provincies spelen hierbij een sleutelrol. Niet alleen omdat zij verantwoordelijk zijn voor het buitengebied, maar ook omdat zij in het hart van de ruimtelijke en toeristische opgaven opereren.
Nieuwe gastvrijheid in het groen
Agrotoerisme vertegenwoordigt een nieuwe vorm van gastvrijheid: kleinschalig, lokaal verankerd en maatschappelijk verbonden. In plaats van massatoerisme draait het om waardevolle ontmoetingen, seizoensbeleving, ambacht en vertraging. Precies waar de hedendaagse toerist naar op zoek is.
Voor de vrijetijdssector biedt agrotoerisme kansen om nieuwe doelgroepen aan te spreken, aanbod te verbreden en bij te dragen aan brede welvaart. Voor agrarische ondernemers betekent het meer toekomstperspectief, waardering en diversificatie van inkomen.
Tot slot: tijd voor versnelling
Agrotoerisme is geen trend, het is een transitie. Het verbindt sectoren, mensen en landschappen. De potentie is groot, de urgentie hoog. Nu is het moment om te investeren in deze groene groeibriljant. Voor een aantrekkelijk platteland. Voor een duurzame toerismesector. Voor Nederland.